Opdrachtgever : Nieuw Vastgoed

Omvang: Schhurwoningen

Locatie: Westbroek

Status: SO

Schuurwoningen Westbroek
Westbroek is een agrarisch lintdorp ten noorden van de stad Utrecht, tussen de Vecht de Utrechtse Heuvelrug. Het landschap kenmerkt zich door de lange opstrekkende verkaveling. De bevolkingssamenstelling van de gemeente De Bilt zal de komende jaren sterk veranderen. Uit onderzoek blijkt dat deze gemeente komende periode zal ‘ontgroenen’ (aantal personen jonger dan 25 jaar neemt af) en ‘vergrijzen’ (aantal 65+ers stijgt flink). De samenstelling van de woningvoorraad sluit dan niet meer aan op de samenstelling van de huishoudens. Om een bouwopgave te realiseren kiest de gemeente voor verdichting.

Opgave
De locatie aan de Westbroekse Molenweg is aan één zijde onbebouwd gebleven en de molen De Kraai ligt nog vrij in het landschap. Hierdoor zijn er prachtige zichtlijnen vanuit de dorpskern op het landschap ontstaan. Het contact met het landschap is een grote kwaliteit.
Om deze kwaliteit te behouden is het onwenselijk om een rij woningen te bouwen aan de Westbroekse Molenweg. Dit zou van de weg een ‘dorpse straat’ maken, waardoor de bestaande kwaliteit van de directe overgang van het lint (Dr. Welfferweg) naar het landschap met de molen verloren gaat. Er zou dan als het ware een stukje dorpsontwikkeling als barrière tussen komen te liggen. De gedachte is nu om de nieuwe bebouwing op te splitsen in twee compacte clusters. Er ontstaan twee verschillende ensembles die verweven zijn met hun omgeving. Het eerste ensemble, het Boerencluster sluit aan bij de bestaande boerderij en wordt daarmee
onderdeel van de erfensemble achter het lint. Het andere ensemble, het landschapscluster komt vrij te liggen in het landschap en krijgt een eigen karakter, passend bij het landschap. Elk cluster krijgt een eigen karakter en thema, zodat het geheel kleinschalig blijft.

De woningen in het Boerencluster refereren qua sfeer en uitstraling op eigentijdse wijze aan het boerenerf. De kapvormen van deze woningen zijn afwisselend uitgevoerd als zadeldak of mansardekap. De woningen zijn gericht op vitale ouderen en senioren. De volumes hebben een stoer karakter, wat is terug te zien in detaillering. Elke gevel vormt één geheel en stapeling van verdiepingen wordt niet benadrukt. De gevels bestaan uit baksteen, houten gevelbetimmering en houten kozijnen. Het dak bestaat afhankelijk van het woningtype uit keramische dakpannen of een zinken (roeven) dak.

De woningen in het landschapscluster bestaat uit een ensemble van gebouwen dat verweven is met het landschap. De gebouwen zijn dusdanig gepositioneerd dat er geen rechte rooilijn ontstaat tussen twee of meerdere gebouwen. Hierdoor ontstaan er subtiele overgangen van het cluster naar het landschap. De architectuur maakt gebruik van eenvoudige vormen, waarbij de basisvorm duidelijk herkenbaar is en de kap wordt benadrukt. De kapvormen van deze woningen zijn afwisselend uitgevoerd als zadeldak of mansardekap en de daken hebben overstekken. De architectuur en beeldkwaliteit van elke gevel vormt één geheel. Stapeling van verdiepingen is niet benadrukt. De materiaal bestaan uit onbewerkt houten gevelbetimmering en houten kozijnen. Het dak bestaat uit een zinken (roeven) dak.